Verslagen van HSC 1
Ronde 1 (21 september): PION/Mook combinatie 1 - HSC 1 (door Hugo Faber)
Afgelopen zaterdag troffen we in onze eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen een oude bekende, te weten PION uit Groesbeek, tegenwoordig PION/Mook Combinatie geheten. Overigens voelde onze nieuwe poulenaam ook weer vertrouwd aan: 3F.
Na minder dan anderhalf uur spelen was Ruben al klaar met een remise. Blijkbaar voelde hij zich niet helemaal senang met zijn zwarte stelling, maar een beetje jammer vond ik dat toch wel.
Dat niet senang voelen zal nog sterker voor Bart hebben gegolden. In zijn partij kwam de beoogde koningsaanval niet van de grond en die van zijn tegenstander tegen de lang gerokeerde witte koning wel. Bart kwam snel slechter te staan en moest toen continu in de verdediging en zoiets is lastig vol te houden. Zijn nederlaag kwam dan ook niet als een verrassing voor mij.
Gerard hield zijn tegenstander succesvol op remise. Weliswaar kon die met dame en toren via de c-lijn binnenkomen, maar Gerard hield stand. Uiteindelijk bleef er een ongelijk lopereindspel over, dat (uiteraard) makkelijk remise was houden ondanks een minuspion.
In de partij van Pim deden beide spelers wat vreemde dingen met hun zwartveldige lopers. Wit zette zijn loper op b2 en blokkeerde toen de diagonaal a1-h8 met een pion en een paard en de loper van Pim ging op f4 staan. Een aantal zetten later hadden die lopers een logischere positie ingenomen: de witte op f4 en de zwarte op g7. Voor de rest gebeurde er niet veel meer, zodat Pim het remiseaanbod van zijn tegenstander maar aannam.
Zelf slaagde ik erin om de stand gelijk te trekken. Na ik en zwart onze koningen op h1 en h8 in veiligheid hadden gebracht trok ik met g2-g4 ten strijde. Het daardoor weggejaagde paard op f5 werd op h4 afgeruild en vervolgens kreeg ik een mooi pionnenmuurtje e5, f4, g4 en h3 tegen de zwarte koningsvleugel. f4-f5 zou fataal voor zwart zijn en ook onvermijdelijk. Een zet voor mijn geplande f4-f5 ging zwart flink in de fout en gaf toen op.
Ook Johan verloor met wit met een langgerokeerde koning. Zwart deed een soort van "John van Rooij-verdediging": terughoudend spel en met stukken uitsluitend op de laatste 3 rijen. Merk op dat dit niet HET drierijensysteem is. In dat systeem zet zwart zijn torens op c8 en d8 en speelt zijn dame naar c7 en vervolgens naar b8. Zoals het nu ging werd de stelling in het centrum geopend, maar daardoor werd zwarts loper op g7 opeens heel sterk en kon Johan het uiteindelijk niet meer bolwerken.
Paul speelde een knappe partij vond ik, door op het moment dat de duimschroeven zouden worden aangedraaid met een a4-a5 van wit (en die dat dus verzuimde), zelf met een opstoot b7-b5 te komen. Dat verloor tijdelijk een pion maar bevrijdde zijn stelling wel. Paul wist zelfs het initatief in het eindspel naar zich toe te trekken met dameruil waarna - in een lopereindspel - een gevaarlijke pion op b3 overbleef. Paul wist met de pion op b3 te promoveren, maar jammer genoeg kon wit door alert te reageren, dat ook met zijn d-pion. Paul had toen wel een loper meer, maar dat betekende niet zoveel omdat zijn koning niet uit schaaks zou kunnen komen. Paul verloor door een foutje even later zijn loper, maar dat betekende ook niet veel, zodat het inderdaad remise werd.
Maarten zal zich ongetwijfeld zijn terugkeer bij ons anders hebben voorgesteld en zijn verkregen stelling gaf daar ook alle aanleiding toe. Hij had zijn tegenstander de hele tijd onder druk gezet en in het resterende toreneindspel - met een pion meer - zou dit in een punt omgezet moeten worden. Ik rekende dus al op een 4-4 einduitslag. Helaas, helaas. Ik verliet even de speelzaal en toen ik weer terugkwam, zag ik dat er van het voordeel totaal niets meer over was en dat de pluspion zou verdwijnen. Na afloop verklaarde Maarten dat hij een verkeerd plan had gekozen, waardoor de stelling in remise verzandde.
Ik hoop dat het volgende keer tegen promovendus OSV (Oss) wat beter gaat, ook al lijkt dat ook een behoorlijk team te zijn.
PION/Mook combinatie 1 (2008) | HSC 1 (2018) | 4½-3½ |
John Pouwels (2092) | Bart Dekker (2139) | 1-0 |
Theo Wijnhoven (2046) | Ruben Venis (2120) | ½-½ |
Wim Molenkamp (2030) | Johan Wuijts (2018) | 1-0 |
Luuk de Ruijter (2170) | Gerard van de Kerkhof (2052) | ½-½ |
Wopke Veenstra (1984) | Maarten Smit (1979) | ½-½ |
Jan Fleuren (2028) | Paul van Asseldonk (1965) | ½-½ |
Toon Janssen (1937) | Hugo Faber (1959) | 0-1 |
Michel Auwens (1779) | Pim Blijlevens (1910) | ½-½ |