Uitslagen en korte verslagen van HSC 1

14 mei 2011: HSC 1 - DJC Stein (door Hugo Faber)
We hadden het onszelf moeilijk gemaakt na het onnodige verlies tegen Veenendaal, maar er was op zaterdag 14 mei nog niets verloren. Zelfs bij een kleine nederlaag zouden we nog in de klasse kunnen blijven.
Bij Paul is het evenwicht deze middag nooit verbroken geweest, zover ik weet. Een Caro-kann mondde uit in een toreneindspel. Eerst allebei zes pionnen en tenslotte nog drie. Een verwachte remise was het vervolg.
Maarten kreeg 1.a3 tegenover zich, 'out of book' dus, maar dit keer niet de eerste vijf zetten in een uur. Deze keer werd de tijd redelijk in de gaten gehouden. Wits dame belandde op a1, waarmee later een indirecte dreiging op g7 ontstond. De zwarte loper op g7 was namelijk al afgeruild. Wanneer wit een d4-d5 zou kunnen doorzetten, zou daarna een akelige matdreiging met Lh6 kunnen ontstaan. Zover kwam het gelukkig nooit en uiteindelijk werd ook deze partij remise.
De remise was ook in mijn partij wel bereikbaar geweest als het niet zo'n moeizame pot was geweest. Ik bestreed het 1... a6, 2... b5 van mijn tegenstander met 'normale' zetten, maar net toen ik een poot aan de grond dacht te krijgen, kwam ik in tijdnood: tien zetten in twee minuten en tja... Je wilt toch ook geen onzinnige zetten doen. Uiteindelijk ging ik in een verloren eindspel door mijn vlag. Een triest einde van een voor mij in sportief opzicht mislukt seizoen.
In een Franse pot kon de DJC teamcaptain zich prettig opstellen tegen Ruben; lopers op d3 en f4 en een dame op f3. Dat weerhield Ruben enige tijd van een korte rokade. Later kon dat toch. Prettig bleef het niet voor zwart. Ruben was dan ook tevreden toen hier een vredesakkoord werd getekend.
Het is bij het nalezen van het verslag van onze nederlaag tegen Veenendaal verleidelijk om Jos als 'schuldige' aan te wijzen. Ten eerste is iemand niet 'schuldig' omdat zijn partij toevallig als laatste klaar is. Bovendien ben ik de schuldige: ik had Jos negen keer wit moeten geven, zoals blijkt uit het verloop van zijn vijfde witpartij. Ook dit werd weer - net als de vier voorafgaande - een overtuigende overwinning.
Gerard negeerde ook dit keer weer eens een algemene wijsheid: 'Sla nooit op b2, ook niet als het goed is'. Hij deed het dus wel. In eerste instantie leek het nog wel te kunnen, er was geen directe weerlegging voorhanden, maar zijn dame bleef maar op b2 staan. Toen wit zijn loper naar d6 speelde, werd de zwarte toren op f8 aangevallen en tegelijkertijd het vluchtveld voor de dame van Gerard bewaakt. Gerard moest dan ook twee zetten later zijn dame geven. Hij kreeg daarvoor wel twee torens, maar het kostte hem ook een stuk tegen twee pionnen. Uiteindelijke redde hij het dan ook niet.
Bart kwam een pion achter te staan en zijn eindspel zag er slecht uit. Een stuk werd geofferd om erger te voorkomen. Zwart zag er blijkbaar geen heil in om met toren en paard tegen toren (met nog wat pionnen) nog wat te proberen en er werd tot remise besloten. Dat was toch wel een meevaller.
Guus werd deze middag de man van de wedstrijd. Beide spelers hadden zich behoedzaam opgesteld, maar leken geen echte aanknopingspunten te hebben, totdat wit besloot om de zwakke pion op g6 aan te vallen. Guus kon toen een tegenaanval inzetten, waarbij de pion op g6 werd gegeven. Na een schaak op g6 kon Guus de toren op g7 zetten en een zet later wits pion op g5 oppeuzelen. Wits koning stond toen ineens beroerd en enkele zetten later werd wit dan ook mat gezet.
De ontstane 4 - 4 bleek voldoende voor klassebehoud; naaste concurrent Paul Keres 2 verloor en De Toren, die onder ons stond, kwam ook niet verder dan een gelijkspel. Al met al een redelijk seizoen voor ons drastisch vernieuwde team.

HSC 1 (2095)DJC Stein (2020)4 - 4
Ruben Venis (2269)Ynze Mengerink (2142)½ - ½
Bart Dekker (2232)Jeroen Schilperoort (1938)½ - ½
Guus Bollen (2040)Jean van Kan (1892)1 - 0
Jos van der Tol (2111)Gerard Bischoff (1911)1 - 0
Gerard van de Kerkhof (2036)Stefan Simenon (2171)0 - 1
Hugo Faber (2070)Marcel Graff (1909)0 - 1
Maarten Smit (2004)Fabian Miesen (2092)½ - ½
Paul van Asseldonk (1998)Stefan Spronkmans (2103)½ - ½


Terug naar boven

9 april 2011: Veenendaal - HSC 1 (door Hugo Faber)
Traditioneel is het prachtig weer tijdens de laatste ronden van de externe competitie, zo ook dit keer. We reisden af naar onze geduchte tegenstander uit Veenendaal. Er was uitgeweken naar een rustige locatie, te weten een kinderboerderij. Bij aankomst moest de GSM (weer eens) worden gebruikt om te vragen waar Paul bleef. Op het moment dat ik hem belde, was hij gelukkig net gearriveerd. Deze middag begon goed maar eindigde even na zevenen in een drama...
Dramatisch was trouwens ook van toepassing op mijn eigen spel deze middag. In een Koningsindiër speelde ik mijn paard naar a6 gevolgd door c5, met een d5-Pc7 als mogelijk vervolg... maar dat deed mijn tegenstander helemaal niet. Hij liet het centrum staan en omdat ik 'geen zin' had in slaan op d4 probeerde ik wat anders. Dat werd me snel noodlottig. Toen ik een kwaliteit ging verliezen in slechte stelling (en ik stond al een pion achter) gaf ik het op.
Het vroege remiseaanbod van de tegenstander van Paul heb ik niet zo begrepen. Wit plantte een toren op d5 en daarmee zou Paul de pion op c5 dan wel die op e5 gaan verliezen. Volgens Paul zou hij dan wel compensatie hebben gehad.
Ruben speelde eveneens remise. Vorig jaar verloor hij nog van dezelfde tegenstander, maar dit keer bleef de partij in veilig vaarwater.
Maarten zorgde ervoor dat de stand gelijk werd getrokken. Een Engelse opstelling met c4 en e4 leek weer eens in een Maroczy uit te monden en daarmee had hij in diverse partijen dit en vorig seizoen goede stellingen gekregen. De beloning daarvoor was echter niet navenant. Wellicht dat Maarten het daarom deze keer anders deed; hij ontwikkelde zijn loper naar g2 in plaats van naar e2. Hij kreeg een veelbelovende stelling. Na een fout van de tegenstander kon Maarten zijn dame naar g4 spelen; daarmee dreigde hij mat op g7, maar ook een ongedekte dame op d7 te winnen. Een zet later gaf zwart het dan ook op.
Van de overige borden was op dat moment nog niet veel te zeggen; ik hoopte wel stilletjes op een 4 - 4. Enige tijd later kwam wel meer duidelijkheid. Guus had naar de overgang naar het eindspel zijn tegenstander in het nauw gebracht. Een van diens torens dreigde permanent onbruikbaar te worden en noodgedwongen offerde hij een kwaliteit. Even later werd dat een toren tegen loper eindspel.
Ook op het bord van Jos ging het goed. Met zwart heeft hij het dit seizoen moeilijk gehad maar in een gesloten Siciliaan waarin wit de koningsaanval zocht met Dd1-e1-h4 verdedigde hij dit keer bekwaam en ondertussen zette hij op de damevleugel de aanval in met het pionnenrijtje a4-b4-c4. Zijn tegenstander kwam inmiddels aardig in tijdnood...
Inmiddels was Bart ook in flinke tijdnood geraakt. In een Franse opening ruilde hij zijn goede loper en bleef dus met de slechte zitten. Hij raakte ook nog eens een belangrijke pion kwijt, wist weliswaar de tijdcontrole te halen, maar zijn stelling was inmiddels verloren.
Bij Gerard stond inmiddels een Gerardiaanse stelling op het bord uiteraard via een Gerardiaanse opening tot stand gekomen. Hij moest wel oppassen voor aanval via de diagonaal a8-h1 want zwart had een loper op a8 en een dame op b7 gekregen.
De stellingen van Jos en Gerard werden langzaam aan beter en de voorspelling van de uitgespeelde Veenendalers was dan ook dat het 5 - 3 voor ons zou worden. Volgens verwachting verloor Bart en won Guus. Gerard had wellicht nog mogelijkheden gehad, maar de diagonaal a8-h1 bleef gevaarlijk en bovendien had hij ook weinig tijd. Hij besloot dus maar tot remise door herhaling van zetten.
Dan maar geen 5 - 3 en och... als Jos niet zou winnen, dan zou het 4 - 4 worden, ook niet slecht. De samenwerking van de stukken van Jos werd er echter niet beter op; zijn tegenstander kreeg onverwachte kansen en wist zelfs via een torenoffer nog een mataanval af te dwingen!
De laatste ronde wacht ons ook een zware tegenstander, DJC. Die is echter al wel veilig.

Veenendaal (2123)HSC 1 (2100)4½ - 3½
Etienne Goudriaan (2278)Ruben Venis (2271)½ - ½
Stefan Bekker (2164)Bart Dekker (2238)1 - 0
Tijmen Kampman (2160)Gerard van de Kerkhof (2007)½ - ½
John Cornelisse (2184)Hugo Faber (2098)1 - 0
Joost Offringa (2155)Guus Bollen (2039)0 - 1
Erik van den Dikkenberg (2208)Jos van der Tol (2124)1 - 0
Johan van den Brink (1856)Maarten Smit (2000)0 - 1
Mike van Niel (1976)Paul van Asseldonk (2024)½ - ½


Terug naar boven

12 maart 2011: HSC 1 - BSV (door Hugo Faber)
In de ontmoeting tegen BSV moest het maar weer eens gebeuren. Na de wat onnodige nederlaag van de vorige keer waren de onzen inmiddels afgezakt naar de achtste plek. Winnen was dus het parool en we slaagden voor die opdracht. Enigszins moeizaam, dat wel.
BSV had voor deze ronde al 19 spelers gebruikt. Of dit een record is, weet ik niet, maar als ze al hun sterkste spelers in zouden zetten, dan zouden we nog een zware pijp kunnen roken. De sterkste speler van deze dag zat echter aan bord 3 tegen Guus. Deze begon wel goed in de opening, maar verzuimde een keer de witte pion op c4 te slaan. Guus zette zijn zwarte loper op e6 en na een c4-c5 bleek die loper opeens ontzettend slecht (met pionnen op f5 en d5). Het ging van kwaad tot erger en toen wits stukken beslissend de zwarte stelling binnendrongen, gaf Guus het op.
Bord 2 bleef deze dag leeg. Ik begreep dat de tegenstander van Bart, Martijn Blom, autopech had. Hij is blijkbaar wel onderweg naar de Molen geweest, maar heeft het clublokaal niet op tijd weten te bereiken. Ik heb hem daarna ook niet meer gezien. Jammer dus dat Bart geen partij had, maar een punt is een punt, zeker in deze belangrijke wedstrijd.
Met wit heeft Jos uitstekende zaken gedaan; tot nu toe heeft hij al zijn witpartijen gewonnen. Vandaag werd er een vierde winstpartij aan toegevoegd. Ik heb er niet veel van gezien, maar zeker is wel dat Jos de hele partij redelijk gecontroleerd heeft gespeeld.
Als teamleider van HSC 1 weet je dat je je over twee zaken niet druk moet maken. Allereerst is dat over een eventuele afwezigheid van Paul. Verder maakte ik me ook niet druk over het feit, dat Gerard weer eens tegen alle schaakwetten in speelde; Gerard vindt ontwikkeling van stukken en een tijdige rokade nu eenmaal niet zo relevant. Hij koos er voor om in een Schots met Dh4 de pion op e4 op te halen en zijn pion op c7 met Kd8 te dekken! Uiteraard leverde dat een geweldige drukstelling op, oftwel wit had prima compensatie voor de pion. Het kostte hem echter wel veel tijd. Toen er in tien minuten heel veel zetten gedaan moesten worden, kwamen de fouten dan ook vanzelf. Gerard won een kwaliteit en daarmee de partij.
Ruben was ingeseind door Danniël dat hij niet de allersterkste tegenstander tegenover zich had zitten. Hij liet zich daardoor gelukkig niet afleiden en bracht wit vrij snel in moeilijkheden; de d-pion kwam niet in beweging en daardoor werd de bewegingsruimte van de loper op c1 dus ook beperkt. Wit haalde nog wel een toreneindspel maar dat werd door Ruben op zakelijke wijze gewonnen.
Het stond inmiddels 4 - 1. De opdracht is bijna volbracht, zou je denken. Paul en Maarten stonden echter verloren. Paul had een pion geofferd om zwarts koning in het midden te houden en de ontwikkeling van de resterende stukken onmogelijk te maken. Dat was wel een aardig idee, ware het niet dat zwart een stuk, zijn toren op h8, uiteindelijk toch in het spel wist te brengen. De compensatie was daarmee als sneeuw voor de zon verdwenen en Paul moest tenslotte capituleren.
Met een te verwachten nederlaag van Maarten moest de redding komen van een inmiddels erkende remiseschuiver - moi - op bord 8. In een Scandinaviër leek het wel alsof ik beter kwam te staan, maar dat viel wat tegen. Een wederzijds tijdnoodduel volgde waarin we erin slaagden om de 40 zetten te halen. Het ontstane eindspel met twee torens en ongelijke lopers in een gesloten stelling was remise. Omdat remise voldoende was, deed ik dus 'niets'. Mijn tegenstander bood even later remise aan, die ik dan ook met gemengde gevoelens (wedstrijd gewonnen, maar zelf weer niet gewonnen) accepteerde.
Maarten kreeg in een Scandinaviër alle gelegenheid om de zwarte g- en h-pionnen te laten oprukken tot de vierde rij. Het is dan ook een beetje vreemd, dat hij daar niets heeft mee kunnen doen. Een remise had er in elk geval minstens ingezeten. Na een fout kwam Maarten in een toreneindspel met pion minder terecht dat hopeloos verloren was.
Gelukkig, het is volbracht, maar zoals wel vaker in de tweede klasse is de tussenstand wel weer bizar: we staan nu zesde met 6 matchpunten, de nummers 7, 8 en 9 hebben er 5... Kortom, we zijn nog niet veilig.

HSC 1 (2100)BSV (2005)4½ - 3½
Ruben Venis (2271)Robert Kunst (1650)1 - 0
Bart Dekker (2238)n.o.1 - 0
Guus Bollen (2039)Werner van den Brande (2268)0 - 1
Jos van der Tol (2124)Freek Schouten (2041)1 - 0
Gerard van de Kerkhof (2007)Semen Minyeyevtsev (2123)1 - 0
Paul van Asseldonk (2024)John Havermans (1985)0 - 1
Maarten Smit (2000)Marcel van Herck (2050)0 - 1
Hugo Faber (2098)Edwin van Dongen (1915)½ - ½


Terug naar boven

12 februari 2011: Paul Keres 2 - HSC 1 (door Hugo Faber)
Het werd op zaterdag 12 februari een hele lange dag in de niet echt autovriendelijke buurt van Utrecht, waar we heen moesten. Vooraf had ik getaxeerd, dat de wedstrijd tegen de nummer 8 van de lijst, ons kansen zou moeten geven. Helaas werd het een wat onnodige nederlaag, waarbij diverse halfjes richting tegenstander verdwenen.
Ik deed een nieuwe poging om deze dag eens niet op remise uit te komen. In een Engelse opening probeerde ik willens en wetens een centrum doorbraak met (e5 en d5). Wits Lg5, waarmee punt d5 op de korrel werd genomen, had ik wat overschat en ik moest genoegen nemen met een afwikkeling waarbij wit een pion won; met geïsoleerde pionnen op d3 en d5 dat wel. Een poging van mij om het initiatief te grijpen, slaagde niet helemaal en pion d5 ging naar d6. Wit was inmiddels aardig in tijdnood geraakt (2 minuten voor 18 zetten) en bood daarom remise aan. Ik onderzocht nog of ik een lastige zet voor hem had, maar vond die niet. Bovendien vertrouwde ik mijn stelling niet helemaal en ging daarom op het voorstel in. Gezien het verdere verloop van de wedstrijd had ik daar achteraf toch wel wat spijt van.
Guus had aanvankelijk een Schots gambiet op het oog. Zijn tegenstander ging er echter niet op in. Er werden behoorlijk wat stukken geruild en spoedig zat er weinig muziek meer in de stelling. Dat het remise werd verbaasde me dan ook bepaald niet.
Jos had het op bord 2 moeilijk, maar hij verdedigde zich toch danig goed, dat hij er zelfs een beter ogend eindspel aan over hield. Dat liet hij zich jammer genoeg nog afnemen.
Datzelfde gold ook voor Paul, die met zwart de door hem gehate Alapin variant van het Siciliaans (2.c3) moest bestrijden. Wit koos er voor om die niet met een geïsoleerde d-pion te spelen, zoals gebruikelijk is. Dat leverde hem aanvankelijk niet zoveel op. In een resulterend toreneindspel met een pion minder, wist Paul het echter niet bol te werken. Jammer, maar geeft niet. Toreneindspelen zijn nu eenmaal de meest lastige eindspelen, die er bestaan.
De opening van Maarten transformeerde - niet voor het eerst - van een Engels naar een Marcozy-variant van het Siciliaans (waarin wit c4 heeft gedaan) en dat is toch een goed systeem (zeker op amateurniveau) voor wit. Helaas ook niet voor de eerste keer, haalde Maarten daar niet alles uit en gaf bovendien een kwaliteit weg. Hij bleef zitten met een kansloze stelling, waarin hij een promotie van een pion van de tegenstander niet meer tegen kon houden.
Ruben had een lastige partij, waarin beide spelers de nodigde fouten maakten. Zo vroeg ik hem (denkende het antwoord al te weten) toen hij een stuk op e6 (gepend) ging terugwinnen, of er sprake was geweest van een schijnoffer. Tot mijn verbazing was dat niet zo. Slechts door een fout kreeg hij het stuk terug! Daarna had Ruben wel een pion meer, maar in het resulterende eindspel met allebei een paard en een ongelijke loper bleek dat te weinig waard. Bovendien stonden de pionnen van Ruben (op f4, g3, en h4; de kleur van de zwarte loper) ook niet geweldig. Hij ging uiteindelijk in op een remiseafwikkeling; na afruil van zijn f-pion won hij nog een pion, Gerard van de Kerkhof - Mark Uildriks maar zwart gaf een schaak en offerde zijn loper voor de pion op g3. Daarmee bleef Ruben met een randpion en een loper van de verkeerde kleur zitten. Remise dus.
Inmiddels liep het tegen zevenen. Bart en Gerard waren nog als enigen overgebleven. Bart belandde in een dubbel loper tegen loper en paard eindspel en wist daarbij een zwarte pion naar g3 op te laten rukken. Deze pion was niet echt goed meer tegen te houden en Bart speelde dan ook beheerst naar de overwinning.
Gerard had een zeer moeilijke stelling op het bord gekregen met een onduidelijke materiaalverhouding. Zwart kon aan de koningsvleugel met een pion proberen door te lopen en Gerard kon dat aan de damevleugel. Centrale vraag voor Gerard was: wat te doen?? Direct met de pion gaan lopen of eerst de promotie van de tegenstander bemoeilijken? Hij koos voor het tweede en kwam daarmee redelijk ver. Nadat de stelling was vereenvoudigd, had zwart enkele gevaarlijke pionnen en een loper en Gerard een toren en een pion. Hij had toen de remise kunnen bereiken, maar vergiste zich in zijn inmiddels zeer beperkt geworden bedenktijd. Gerard speelde in de diagramstelling 1.Pf3 Kg2 2.Txh2+ Misschien was 2.Pxh4+ gevolgd door 3.Pf3 ook wel voldoende. Er volgde: 2... Kxf3 3.Th1 Ke2 4.b5 d2 5.Kc2 Lf2 6.b6?? Na 6.Td1 is het remise 6... Lxb6 7.Th2+ Lf2 en 0 - 1.
Jammer hoor. Met een overwinning zouden we wat teveel hebben gekregen, maar 4 - 4 zou zeker een rechtvaardige uitslag zijn geweest.

Paul Keres 2 (2062)HSC 1 (2100)5½ - 2½
Jan Jaap Janse (2164)Ruben Venis (2271)½ - ½
Anton Rosmuller (2090)Jos van der Tol (2124)1 - 0
Erik Oosterom (2075)Guus Bollen (2039)½ - ½
Rijk Schipper (2050)Bart Dekker (2238)0 - 1
Simon Kronemeijer (1987)Maarten Smit (2000)1 - 0
Kaj Söderberg (2030)Hugo Faber (2098)½ - ½
Mark Uildriks (2021)Gerard van de Kerkhof (2007)1 - 0
Max Viergever (2079)Paul van Asseldonk (2024)1 - 0


Terug naar boven

8 januari 2011: HSC 1 - DSC Delft (door Maarten Smit)
Op zaterdag 8 januari traden we aan tegen het sterke DSC uit Delft, de nieuwe externe club van ons lid Sebastiaan Smits. Dat het een moeilijke klus zou worden tegen dit jonge team was vantevoren wel duidelijk. En hoewel vier van de acht partijen tot na de eerste tijdcontrole duurden, konden we een flinke nederlaag niet voorkomen.
Bart was vandaag niet in goede doen. Waar dat aan lag is onduidelijk, maar het zou natuurlijk kunnen dat hij geïmponeerd was door het fraaie T-shirt van zijn tegenstander, die daarmee blijk gaf van een uitstekende muzikale smaak. Hoe dan ook, Bart dacht extreem lang na in de opening en kwam in het middenspel in flinke tijdnood. Toen de g-lijn geopend werd kon zijn opponent vernietigend toeslaan op g2.
Jos bracht de stand in evenwicht door met dame en toren de zwarte koningsstelling binnen te dringen. De arme zwarte koning zocht een veilig heenkomen in het centrum, maar werd daar vervolgens onder vuur genomen. De zwartspeelster kon hierna niet voorkomen dat Jos een beslissende materiële voorsprong verkreeg.
Hugo had zichzelf maar weer eens op bord 8 geplaatst teneinde onderhand zijn eerste externe overwinning van dit seizoen te kunnen behalen. Maar na een volkomen absurd loperoffer op h6 hield ik mijn hart alweer vast. Gelukkig reageerde zijn tegenstander niet adequaat. In plaats van het offer onmiddellijk aan te nemen en daarna een vrijwel gewonnen stelling over te houden, koos hij ervoor een tussenzet te spelen die hem weliswaar een volle toren opleverde, maar Hugo ook rommelkansen bood. De witte dame kreeg een mooie centrale positie en toen bleek dat er niet meer witte stukken bij de koningsaanval konden worden betrokken, koos hij wijselijk voor eeuwig schaak.
In het HSC-onderonsje tussen Sebastiaan en Gerard kon laatstgenoemde het niet nalaten enkele pionnen te snoepen. Dat hij daarmee zijn ontwikkeling totaal verwaarloosde boeide hem blijkbaar niet. Op een bepaald moment had de witspeler keurig gerokeerd en waren al zijn stukken ontwikkeld, terwijl Gerard eigenlijk alleen zijn dame in het spel had gebracht. Dit kon haast niet goed gaan en Sebastiaan profiteerde inderdaad, net toen leek dat Gerard alsnog controle over de stelling zou krijgen.
Zoals gezegd duurden de overige partijen tot na de eerste tijdcontrole. Maar de nederlaag begon zich reeds af te tekenen, helemaal nadat Paul zijn partij verloor. Hij leek na de opening best een aardige aanvalsstelling te hebben opgebouwd, maar het kostte zoals gewoonlijk weer zeeën van tijd. Die tijd kwam hij in het vervolg tekort en hij moest weldra zijn dame geven voor toren en loper. Het resterende eindspel was verloren en hoewel Paul het nog wel een tijdje probeerde, zat er dit keer geen miraculeuze ontsnapping in.
De partij van Guus leek me vrij ingewikkeld. Na de tijdcontrole had hij een pionnetje meer, maar de witte stelling leek me toch te prefereren. Zijn opponent offerde een tweede pion, maar kon hierna geforceerd een stuk buitmaken. Guus had inmiddels drie pionnen voor het stuk, maar kon niet voorkomen dat de laatst overgebleven witte pion het vonnis velde. De teamnederlaag was hiermee een feit.
Op bord 1 kwam er vervolgens nog een nul bij. Ruben had na de opening een mooie stelling verkregen, maar ergens moet hij in de fout zijn gegaan. Hij verloor in ieder geval een kwaliteit en toen zijn tegenstander met zwaar materieel de zevende rij veroverde, was het afgelopen.
Mijn partij duurde bijna de volle zes uur. Ik had met mijn Wolga bijzonder weinig bereikt en stond na de veertigste zet mijn gambietpion nog altijd achter. Toch had ik de stelling aardig dichtgemetseld en zag eigenlijk ook geen kansen voor mijn opponente om iets te bereiken. Op zet 42 kreeg ik de kans die je in elke partij krijgt en ik greep die met beide handen aan. Een schijn torenoffer resulteerde in pionwinst, waarna de balans weer in evenwicht was. Mijn tegenstandster was het spoor echter bijster en liet toe dat ik kon afwikkelen naar een gewonnen toreneindspel. Alleen gehinderd door een harde boer van een niet nader te noemen tweedeteamlid en een aangeboden pilsje door een niet nader te noemen voorzitter, die daarmee blijkbaar aan mijn tegenstandster duidelijk wilde maken dat het tijd was om op te geven, slaagde ik er in het punt te pakken en daarmee de teamnederlaag iets draaglijker te maken.

HSC 1 (2102)DSC Delft (2163)2½ - 5½
Ruben Venis (2263)Joram op den Kelder (2290)0 - 1
Bart Dekker (2256)Marten Wortel (2307)0 - 1
Guus Bollen (2031)Martin Glimmerveen (2067)0 - 1
Jos van der Tol (2111)Lisa Hortensius (2148)1 - 0
Gerard van de Kerkhof (2020)Sebastiaan Smits (2151)0 - 1
Paul van Asseldonk (2001)Bram van der Velden (2141)0 - 1
Maarten Smit (2025)Martine Middelveld (2135)1 - 0
Hugo Faber (2106)Jan-Pieter Vos (2067)½ - ½


Terug naar boven

11 december 2010: Veldhoven - HSC 1 (door Hugo Faber)
Zaterdag 11 december speelden onze teams sinds lange tijd weer eens gezamelijk uit en wel tegen Veldhoven. Zoals eerdere wedstrijden verliep ook deze in een goede vriendschappelijke sfeer, maar werd er uiteraard wel hard om de punten gevochten.
Een tweede primeur was dat we weer eens een partij vooruit konden spelen. Guus wilde graag meedoen met een schafeltennis toernooi (schaken en tafeltennis) en kon uiteindelijk tegen Alan van der Heijden vooruitspelen. In een iets mindere stelling bracht Guus een mat op de onderste rij dreiging in de stelling. Toen Alan een mogelijke remise uit de weg ging, kon Guus met een verwoestende zet de matdreiging concreet maken waarna materiaalverlies voor wit niet meer was te vermijden. Een mooie opsteker voor ons!
Ondergetekende begon een loopgravengevecht met Albert Schenning. In een Franse opening probeerde wit aan te vallen op de koningsvleugel en ik op de damevleugel. Ik was eigenlijk bang dat de koningsvleugel meer gewicht in de schaal zou leggen, maar ik wist de torens via de d-lijn te ruilen. Albert bood toen remise aan. Omdat de stelling vrij gesloten was nam ik dit maar aan, alhoewel ik graag natuurlijk weer eens voor de externe gewonnen had...
Waar natuurlijk naar werd uitgekeken was de strijd tussen Ruben en Dirk van Dooren. Voor de oppervlakkige toeschouwer leek het misschien alsof Dirk het initiatief had, maar na afloop bleek dat Dirk nooit enig voordeel heeft gehad. Zoals het ging kwam Dirk twee pionnen achter in een toreneindspel. Dat werd uiteindelijk een toren en pion tegen toreneindspel, waarin Ruben het bekende bruggetje (toren op de vierde rij) kon bouwen.
Bart moest even oppassen tegen Thijs - zonder van - Laarhoven, maar hij ving de dreiging op de koningsvleugel goed op. Met een bord met nog redelijk wat stukken werd uiteindelijk tot remise besloten.
Aan de brede grijns van Jos viel die middag duidelijk de opluchting af te lezen. Enige tijd is Jos al iets minder in vorm; de laatste twee externe partijen met zwart gingen verloren en ook nog afgelopen dinsdag in de interne competitie werd er met zwart verloren van Danniël. Met wit ging het gelukkig beter; hij bracht - met inmiddels een kwaliteit meer - de andere Schenning, Huub, op via zetdwang; zwarts overgebleven stukken koning, dame en paard konden geen goede zet meer doen op straffe van verlies.
Het gezicht van Maarten stond aan het eind van de middag wat bedrukter dan dat van Jos. In een gelijke (of betere?) stelling ging hij de fout in met een opmars van zijn h-pion. Daarna werd direct een pion verloren. De tijdnood van Maarten hielp ook niet echt; nadat hij er in was geslaagd was om de 40 te halen, stond hij inmiddels twee pionnen achter in een eindspel met ieder twee lichte stukken. Toen zijn tegenstander torenruil afdwong, gaf Maarten de pijp aan zichzelf.
Paul maakte het beslissende punt, nadat ik hem had toegevoegd, dat hij zijn partij natuurlijk wel moest winnen, aangezien Gerard inmiddels ook verliesgevaar liep. Op dat moment stond hij gelukkig al gewonnen; met een zwarte pion op b2 en een loper op c1 en een toren op a1 werd de witte toren op b1 volledig ingesloten,waarna stukverlies of pionpromotie niet meer te vermijden was.
Gerard was als laatste bezig. De partij ging bij hem lange tijd gelijk op, totdat hij in een eindspel een verkeerde ruil toestond, waardoor hij een slechte loper over hield en tegenstander Wolferink een goed paard. Het duurde nog enige tijd, maar uiteindelijk kon Gerard een achtergebleven pionnetje niet meer afdoende verdedigen, waarna het over was.
Gelukkig hebben we weer twee belangrijke wedstrijdpunten er bij en kunnen we met vertrouwen uitzien naar het komende jaar.

Veldhoven (2116)HSC 1 (2102)3 - 5
Dirk van Dooren (2289)Ruben Venis (2263)0 - 1
Thijs Laarhoven (2208)Bart Dekker (2256)½ - ½
Huub Schenning (2083)Jos van der Tol (2111)0 - 1
Albert Schenning (2038)Hugo Faber (2106)½ - ½
Ferry Daamen (2029)Maarten Smit (2025)1 - 0
Alan van der Heijden (2259)Guus Bollen (2031)0 - 1
Frans Wolferink (2058)Gerard van de Kerkhof (2020)1 - 0
Theo van de Meerakker (1960)Paul van Asseldonk (2001)0 - 1


Terug naar boven

20 november 2010: HSC 1 - HMC Calder 2 (door Maarten Smit)
Op zaterdag 20 november trad ons vaandelteam aan tegen het Bossche HMC Calder 2. We begonnen vandaag om 12.00 uur, een tijdstip dat door sommige schakers gezien wordt als uitermate vroeg. Toen teamleider Hugo iets na twaalven eens ging tellen, kwam hij slechts tot zeven eerste teamleden. Paul ontbrak. Hij besloot hem even wakker te bellen, maar gelukkig: Paul was al wakker. Hij zat in zijn auto en reed in Den Bosch. WAT??? We spelen THUIS!!! Hij zou toch niet denken dat we uitspelen???
Enfin, hij werd gesommeerd zo snel mogelijk, doch in ieder geval voor 13.00 uur, in Helmond aanwezig te zijn. Het werd een race tegen de klok, waarbij Paul naar eigen zeggen snelheden bereikt heeft van 170 km per uur, en om 12.59 uur rende ineens iemand de zaal in om op het bord naast mij een zet uit te voeren. Hierna rende hij weer net zo snel de zaal uit, want hij had zijn auto midden op de straat voor het café laten staan. Een snelle achterstand werd ons aldus ternauwernood bespaard.
Toch kwamen we hierna vrij snel achter. Jos had verzuimd te rokeren en vervolgens wist zijn opponent Brent Burg de koning van Jos keurig in het centrum vast te houden. Tegen de ontketende aanval had Jos geen goede verdediging.
Hugo had zichzelf na twee nederlagen op rij op een bord gezet dat wat beter bij zijn niveau past. Pech voor hem was dat hij tegen Ronnie de Hoog moest aantreden. Deze oude bekende uit Mierlo is een notoire remiseschuiver. Het siert Hugo dat hij het nog wel een tijdje probeerde, maar het Russisch met snelle dameruil bood geen grond tot verder spelen, waarna het punt op voorstel van Hugo gedeeld werd.
Guus was de volgende HSC'er die onderuit ging. Hij stond na het Slavisch een pionnetje achter, maar probeerde op de koningsvleugel een tegenaanval te creëren. Toen die niet bleek door te slaan kon zijn sterke tegenstander zijn materiële voorsprong uitbuiten.
Mijn partij verliep ook al niet naar wens. Na een slappe opening van mijn tegenstander verkoos ik een zo actief mogelijke tegenstoot te gaan plaatsen. Dit hield in dat ik een pion achter kwam, maar ik schatte in dat mijn tegenspel voldoende zou zijn. Dat bleek eigenlijk niet helemaal te kloppen. De pion zag ik nooit meer terug en toen ik in tijdnood eerst een eenvoudige pionwinst over het hoofd zag, ging ik even later opnieuw in de fout, ditmaal met mat als gevolg.
Paul van Asseldonk - Frits Obers Zo was de stand al opgelopen tot ½ - 3½ en leek de wedstrijd gespeeld. Ruben deed nog wat terug door zijn tegenstander op bord 2 op te rollen in een sterke koningsaanval. Helaas kon Bart het niet bolwerken. Hij mocht na drie jaar weer eens aantreden op het hoogste bord, maar tegenstander Schenkeveld leek voortdurend het beste van het spel te hebben. Uiteindelijk stelde hij met zijn zege de Bossche teamwinst veilig.
Gerard wist zijn op papier veel sterkere tegenstander gedecideerd te verslaan. Na de opening kon hij via een Stap-2-truc een pionnetje snoepen en hij bouwde zijn stelling op een goede manier uit. Toen hij een wit paard kon insluiten was het gedaan.
En dan Paul. In het middenspel had hij een pion verloren, waarna er in het eindspel opnieuw een pion af ging. Een dame-eindspel met vijf tegen drie pionnen zou menig schaker hebben doen opgeven. Maar zo is Paul niet, opgeven kan altijd nog. Hij ging derhalve vrolijk door, zelfs toen er een tweede zwarte dame op het bord verscheen. Hij ging immers voor eeuwig schaak. Toen ontstond de volgende stelling (zie diagram):
Wit heeft zojuist 1.Df8+ gespeeld en zwart kan met 1... Kh5 uiteindelijk het eeuwig schaak opheffen. Hij speelde echter 1... Kg5???, waarna Paul doodleuk 2.f4+ speelde en zijn tegenstander lijkbleek op zag geven. Het is namelijk mat in twee!
Dit huzarenstukje van Paul redde de wedstrijd dus niet. Wij moeten in de volgende ronden gaan proberen de nodige matchpunten bij elkaar te sprokkelen.

HSC 1 (2102)HMC Calder 2 (2131)3½ - 4½
Bart Dekker (2256)Dick Schenkeveld (2216)0 - 1
Ruben Venis (2263)Raymond de Rooij (2179)1 - 0
Jos van der Tol (2111)Brent Burg (2113)0 - 1
Guus Bollen (2031)Jeroen van den Bersselaar (2193)0 - 1
Gerard van de Kerkhof (2020)Tim Mazajchik (2139)1 - 0
Paul van Asseldonk (2001)Frits Obers (2097)1 - 0
Maarten Smit (2025)Gert de Rooij (2028)0 - 1
Hugo Faber (2106)Ronnie de Hoog (2086)½ - ½


Terug naar boven

9 oktober 2010: HSC 1 - De Pion (door Hugo Faber)
Het wedstrijdresultaat van zaterdag 9 oktober tegen De Pion is makkelijk positief uit te leggen: 50% van ons team verloor namelijk NIET. De realiteit was echter wat genadelozer; een bijbehorend 50% resultaat is namelijk nooit bereikbaar geweest.
Met tegenzin begin ik bij mezelf. Op mijn bord voltrok zich opnieuw een ramp. Dit keer dacht ik dat ik tot en met zet 12 de 'theorie' volgde. Een paar zetten later werd mijn loper opgesloten. Dat leek niet erg, omdat ik op mijn beurt een gepende loper van mijn tegenstandster zou kunnen terugwinnen. Dat was echter een schijnoffer. Ik dreigde dus een stuk te verliezen. Daarom spendeerde ik ongeveer al mijn bedenktijd en gaf op na mijn dame te hebben weggegeven. Een nader onderzoek thuis leerde me, dat mijn gespeelde zet 11 al niet in de boeken stond en ook niet in de Fritz 12 database! Een ernstige theoretische dwaling dus, waar ik nu jaren later achtergekomen ben.
Guus - deze keer naar bord 3 gepromoveerd, of gewisseld met Jos; het is maar net hoe je het noemt - speelde lange tijd goed, maar verloor tenslotte pionnen op de damevleugel. In de analyse werd een verrassende zet voor Guus ontdekt, waarmee deze pionverlies had kunnen vermijden en serieus uitzicht op remise zou hebben gehad.
Met Jos ging het ook niet goed. In een Siciliaan legde tegenstander Baert het centrum vast met pionnen op e4 en f5. Na een korte rokade van Jos, brak wit de koningsvleugel open. Daarop restte Jos niets anders dan zijn dame te offeren voor twee stukken. Zijn stelling verbeterde er echter nauwelijks door. Daarmee werd een 'lange rokade' in de tussenstand bereikt.
Maarten speelde tegen mijn collega teamleider. Die wil vaak met remise tevreden zijn, zo ook dit keer. Er waren echter ook geen aanknopingspunten voor Maarten te vinden, zodat remise hier inderdaad een logische uitslag was.
Bij Ruben ging de strijd na een 'dynamische' Grünfeld redelijk gelijk op. Zijn tegenstander gaf toen echter een vol stuk weg. Daardoor had Ruben weliswaar gewonnen, maar het was wel een overwinning zonder glans, iets wat ook Ruben leek te betreuren.
Ik vond het er in de partij van Gerard wat dubieus uit zien. Zijn tegenstander had snel het initiatief genomen en dat is vaak een slecht teken als je met wit speelt. Nu heeft Gerard ruime ervaring met het behandelen van mindere, slechtere of verloren stellingen. Ook dit keer liet hij zich niet van de wijs brengen en zocht de tegenaanval. Zwart zag daarbij wat over het hoofd en daardoor kon Gerard toch nog een remise scoren.
De teamcaptain van HSC 2 had zichzelf als invaller aangeboden in plaats van beoogde invaller Jerzy. Omdat HSC 2 dit keer een van de weinige gelegenheden zou hebben om te kunnen winnen, stemde ik toe. Ton begon verdienstelijk met zwart (Ton heeft blijkbaar geen favoriete kleur), maar verloor later toch materiaal en moest capituleren.
Als laatste was Bart nog bezig. Na het opbreken van de h-lijn via een kwaliteitsoffer leek hij bezig te zijn om zijn tegenstander Penson snel op te knopen. Een soortgelijke partij had Bart al eens eerder succesvol gespeeld. Hij liet echter dit keer een directe winst liggen. Het werd een eindspel met twee pionnen meer, waarin Bart ook nog eens zijn toren liet insluiten en een kwaliteit moest geven. Dat maakte het iets moeilijker, maar nadat beide extra pionnen de zevende rij hadden bereikt, was het pleit beslecht.
Jammer, maar een niet geheel onverwacht resultaat. Gelukkig heeft HSC 2 een belangrijke overwinning behaald, dus deze dag werd niet helemaal in mineur afgesloten.

HSC 1 (2063)De Pion (2161)3 - 5
Ruben Venis (2257)Stefan Docx (2364)1 - 0
Bart Dekker (2217)Thierry Penson (2214)1 - 0
Guus Bollen (2005)Jan van Mechelen (2185)0 - 1
Gerard van de Kerkhof (2015)Ludo Tolhuizen (2173)½ - ½
Jos van der Tol (2112)Andy Baert (2164)0 - 1
Hugo Faber (2078)Arlette van Weersel (2167)0 - 1
Ton van der Zanden (1798)David du Pont (2028)0 - 1
Maarten Smit (2018)Charles Kuijpers (1995)½ - ½


Terug naar boven

25 september 2010: De Toren Arnhem - HSC 1 (door Hugo Faber)
De eerste ronde startte ons drastisch vernieuwde team tegen het Arnhemse De Toren, een ploeg waar we vorig jaar met zeven spelers nog redelijk makkelijk van wonnen. Vandaag ging het wat lastiger.
Ik had mijzelf weer eens op bord 4 geposteerd; met een rating die weer 'op orde' is en een goed Brabants Kampioenschap, kon dat wel weer vond ik. Ik ging met zwart echter na tien zetten al zwaar de fout in. Ik lette teveel op het terugwinnen van een witte pion op e5 en overzag daardoor totaal dat zijn zwarte collega op d5 eraf ging. Het vervolg was dat ik geen kans kreeg om mijn pion terug te winnen. Later ging er nog een pion af. Mijn tegenstander concentreerde zich op het ruilen der stukken, waarna een verloren toreneindspel overbleef. Omdat onze webmaster tegenwoordig weer in HSC 1 speelt, kan ik mijn falen jammer genoeg niet met de mantel der liefde bedekken.
Over de webmaster gesproken, Maarten speelde rustig en consequent tegen een geïsoleerde witte pion op d4. Hij ging bewust op het eindspel af. Zijn jonge tegenstander dacht een truc te hebben, maar verloor na het ontnuchterende antwoord van Maarten een toren en kon dus de stukken in de doos doen.
Nieuwbakken lid Guus kweet zich prima van zijn taak. In een Wolga-gambiet, trok hij ten strijde op de koningsvleugel. Weldra had hij daar een overmacht aan stukken en kon hij een verdiende overwinning noteren.
Jos begon aanvankelijk met de 'Van de Kerkhof-variant' van het Siciliaans, maar dat werd even later een gewone Siciliaan met de bijbehorende koningsaanval. Aavankelijk dacht ik dat Jos daar een beetje vastliep, maar ik heb het wellicht niet goed gezien, want even later had Jos toch gewonnen. De tijdnood van zijn tegenstander zal daar ook wel wat hulp bij hebben geboden.
Ruben kon het dit keer (laatste keer nog een verdienstelijke remise) tegen IM Hendriks niet bolwerken. Hij moest nu moeite doen om tot gelijkspel te komen. Vooral zijn loper op c1 nekte hem daarbij. Later raakte hij ook nog eens in akelige tijdnood. Met nog drie seconden op de klok en een stuk minder moest hij zich gewonnen geven.
Na enig geharrewar (Paul kon eerst niet spelen, later wel; Gerard kon eerst wel spelen, later niet) werd ons nieuwe lid, Jerzy bereid gevonden om in te vallen. Op bord 7 (met wit dus) bouwde Jerzy een prima stelling op, maar later moet er iets ernstig mis zijn gegaan, want plotseling ontbrak er bij Jerzy een loper. Een verloren partij dus, iets waarvan Jerzy na afloop zichtbaar nog stevig baalde.
De partij van Bart waaierde diverse kanten op. Eerst verkreeg Bart een hele goede stelling, daarna kantelde de partij totaal, waarna opeens wit veel beter tot gewonnen kwam te staan. Ook hier weer tijdnood bij ons, met ook nog eens een sterke aanval tegen. Barts tegenstander raakte echter in de war van de vele (goede) mogelijkheden voor hem en Bart wist een kwaliteit tegen enkele pionnen te winnen. Toen de tijdnoodfase voorbij was, had Bart enige tijd nodig om tot zichzelf te komen, maar tot opluchting van zijn teamgenoten vond hij gelukkig een eenvoudig schijnoffer, dat stukwinst tot gevolg had.
Paul haalde op een aardige manier het beslissende halfje binnen. Na een nog niet zo lange speeltijd beoordeelde ik zijn stelling positief. Een tijd later was het wat minder positief, want meneer was weer eens streepjes aan het zetten op zijn notatieformulier... Gelukkig haalt hij vaak wel de tijdcontrole, zo ook deze keer. Het stellingsvoordeel was echter wel weggegeven. Paul had een loper minder, maar daarvoor nog wel wat lastige pionnen. Hij deed zelfs nog een winstpoging, maar die werd door de tegenstander verijdeld. Het slot was wel aardig: ondanks twee a-pionnen tegen een zwarte a-pion en een loper van de goede kleur, kon wit het niet winnen. Paul wandelde gewoon met de koning richting a8 waar hij niet meer te verdrijven was.
En met deze remise, wonnen we gelukkig kostbare wedstrijdpunten; we krijgen tenslotte nog lastige wedstrijden genoeg!

De Toren Arnhem (2037)HSC 1 (2080)3½ - 4½
Willy Hendriks (2423)Ruben Venis (2257)1 - 0
Bob Beeke (2218)Bart Dekker (2217)0 - 1
Jan Puyman (2018)Jos van der Tol (2112)0 - 1
Jeroen van Onzen (2051)Hugo Faber (2078)1 - 0
Jan van Dorp (1988)Guus Bollen (2005)0 - 1
Noud Lentjes (1848)Paul van Asseldonk (2006)½ - ½
Steven Glasbeek (1878)Jerzy Cebula (1945)1 - 0
Rik Roelofs (1875)Maarten Smit (2018)0 - 1


Terug naar boven