Helmondse Schaakclub

Verslagen van HSC 1

 

21 april 2018: HSC 1 - Voerendaal 2 (door Hugo Faber)
Nou, de laatste wedstrijd van het seizoen was er niet een om in te lijsten, maar een om zo snel mogelijk te vergeten. Misschien was het veranderde weerbeeld hier debet aan? In elk geval ging een aantal teamleden in de fout.
Zelf was ik aardig bezig en had ik een stukoffer geplaatst. Nadat dat niet werd aangenomen werd een paard op h7 geofferd en vervolgens de zwarte koning met een torenschaak op f7 verjaagd. 'Punt' dacht ik, maar na Kh6 waar de koning toch niet echt veilig stond, bleek het punt ver weg. Wel mistte ik nog een kans op de remise.
Maarten had een pittige tegenstander en vermoedde - gekscherend - boze opzet van mijn kant. Nou, dat was toch niet zo: ik had regenstander Temmink verwacht als mijn tegenstander. Helaas kon Maarten het niet bolwerken en stonden we met 0 - 2 achter.
Ruben was vanmiddag een van de weinigen die nog wel wat terug deed en kwam zo op een mooie score van 7 uit 9.
Johan had met wit een veelbelovende stelling opgebouwd, waarin de zwarte koning nog steeds ongerokeerd in het midden stond. 'Punt' dacht ik, maar ook hier werd het een nederlaag. Ook Johan had een remise gemist, aldus zijn verklaring op WhatsApp.
Ook Jerzy en Bart konden geen potten breken met zwart en gingen ten onder. Dat gold ook voor een overoptimistische Paul, die een kwaliteitsoffer verkoos boven de teruggave van een pluspion. Compensatie ervoor was in geen velden of wegen te bekennen en naast de vele nullen, die we al hadden, kon die van Paul er ook nog wel bij.
Pim moest als laatste weer eens een eindspel houden en dat lukte uiteindelijk redelijk makkelijk, doordat zijn tegenstander een randpion met bijbehorende verkeerde loper overhield.
Snel vergeten deze wedstrijd. Ik hoop het volgende seizoen op wat meer wedstrijdpunten, want 8 punten is toch wel een beetje weinig.

 

HSC 1 (2040) Voerendaal 2 (2076) 1½ - 6½
Bart Dekker (2173) Paul Stuemer (2116) 0 - 1
Ruben Venis (2226) Marcel Frenken (2120) 1 - 0
Jerzy Cebula (1959) Luc Zimmermann (2176) 0 - 1
Hugo Faber (1964) Bart van der Zwet (2049) 0 - 1
Maarten Smit (1993) Henk Temmink (2125) 0 - 1
Johan Wuijts (2012) Ruud Lemmers (2037) 0 - 1
Pim Blijlevens (2012) Marcel Winkels (1958) ½ - ½
Paul van Asseldonk (1981) Sander Bachaus (2026) 0 - 1

 

7 april 2018: RSC 't Pionneke - HSC 1 (door Hugo Faber)
Op deze zonnige zaterdag reisden we naar Roermond voor de competitiekraker tegen koploper 't Pionneke. Bij winst zouden we gedeeld koploper worden. Onze resultaten in het verleden tegen hen waren altijd goed (dat wil zeggen krappe winsten), maar dat bood natuurlijk geen enkele garantie.
Ik heb de hele middag zitten speuren naar winststellingen bij de onzen, maar eigenlijk vond ik alleen de stelling bij Jerzy veelbelovend, en vooruit, misschien viel er met de stelling van Bart ook nog wel wat te doen.
Mijn partij was het eerst afgelopen en wel door een onverwachte gebeurtenis. Mijn tegenstander Ger Janssen werd onverwacht weggeroepen en hij bood daarom remise aan in een stelling, die op dat moment beter tot voordelig voor hem was. Het leek me een situatie van overmacht en ik had de situatie kunnen aangrijpen om toch voor het punt te gaan, maar na kort beraad met mijzelf, kreeg de 'betere' ik in mij de overhand: ik nam zijn remisevoorstel dus aan! Ik leverde daardoor wel wat in, maar de remise leek mij op zich gunstig voor ons.
Ruben had al eerder van tegenstander Joost Heltzel verloren en ook dit keer redde hij het niet. In een stelling met een lang gerokeerde koning van Ruben die zeer kwetsbaar stond en een toren op h8 die niet meedeed, was er weinig eer voor Ruben te behalen, nadat wit al zijn stukken optimaal had staan. Jammer, want het liep tot nu toe wel lekker voor Ruben met een score 6 uit 7.
Bart berustte uiteindelijk in remise. In het begin toen de dames nog op het bord waren en de zwarte koning op f8 stond leek het me een aardige stelling voor wit, maar na dameruil bleef de stelling lange tijd gesloten op beide vleugels. Daarna kreeg Bart nog een remiseaanbod, maar speelde toch maar even door. Tenslotte toch maar remise.
In de partij van Johan is nergens het evenwicht verbroken geweest en dat leverde een dubbel loper tegen loper en paard eindspel op, waarin Johan met zwart geen zinnige winstpoging kon wagen, dus ook remise.
Pim had de hele tijd een slechtere stelling moeten verdedigen, maar wist toch nog een toreneindspel met gelijke pionnen op het bord te krijgen. Met zijn drie losse, geïsoleerde pionnen kon Pim er echter niet veel van maken en zo was de HSC-regel dat toreneindspelen 'altijd' remise zijn, toch weer van toepassing.
Wat er bij Maarten gebeurde weet ik niet. Via een Catalaan kreeg hij toch een behoorlijke stelling met wit. Opeens zag ik hem een pion achterstaan. Volgens zijn verklaring op WhatsApp had hij de pion weggeblunderd. In een dubbeltoreneindspel kreeg zwart een vrije e- en f-pion en toen zag ik bui wel hangen.
Jerzy wist via fantasierijk spel een stuk te winnen. Dat leidde tot een eindspel van troen, paard en pion tegen toren dat door onze man beheerst werd uitgespeeld.
Paul zou nog moeten winnen om er een gelijkspel uit te slepen, waar we op zich niets aan hadden. Na een lange gelijkopgaande partij kreeg hij ook wel kansen in het toren en paard tegen toren en paard eindspel, doordat hij via de c-lijn met zijn toren binnen kon vallen. Na een iets te nonchalant f7-f6 kon het witte paard van e5 naar d7 en c5 springen, alwaar het de verdere kansen van Paul ernstig bemoeilijkte. Na Kf8-e7 (en dan pas f7-f6) had Paul, dat kunnen voorkomen en wellicht meer kansen gehad. Nu gingen de paarden eraf... dus remise.
Jammer, maar helaas.

 

RSC 't Pionneke (2066) HSC 1 (2040) 4½ - 3½
Guido Royakkers (2094) Bart Dekker (2173) ½ - ½
Joost Heltzel (2205) Ruben Venis (2226) 1 - 0
Eduard Coenen (2141) Jerzy Cebula (1959) 0 - 1
Ger Janssen (2203) Hugo Faber (1964) ½ - ½
Ivan Utama (2098) Maarten Smit (1993) 1 - 0
Paul Aben (1945) Johan Wuijts (2012) ½ - ½
Eric Schouten (1984) Pim Blijlevens (2012) ½ - ½
Narcis Sofic (1859) Paul van Asseldonk (1981) ½ - ½

 

10 maart 2018: HSC 1 - De Pion 2 (door Hugo Faber)
Dit keer traden we weer eens aan tegen een rode lantaarndrager. Vaak hebben we daar moeite mee, maar deze middag liep het allemaal gesmeerd.
Johan kreeg een cadeautje. Terwijl ik me afvroeg, waarom hij (weer) zo snel remise had gespeeld, bleek dat hij had gewonnen! De tegenstander had zijn witte paard en loper wat onhandig geposteerd: paard op f4 en een loper op g5. Johan probeerde een en ander te ontregelen door zijn dame op f5 te zetten. Na blunder Ld3? verdween de loper van g5 van het bord.
Ruben deed het geheel op eigen kracht. In een stelling waarin zwart lang gerokeerd had, zette hij de aanval in door een paard op e5 te plaatsen. Daarmee werd de dame aangevallen en was ook de loper op g2 meteen op de damevleugel gericht. Na een gedwongen slaan op e5 kon Ruben pion a7 pakken en moest zwart al mat proberen tegen te gaan. Dat leek hem te lukken, maar de schijn bedroog: na een fraai familieschaakje op b5 (met aanval op koning en dame) kon zwart opgeven: na slaan van het paard zou mat op b7 volgen.
Paul kwam snel goed te staan, maar toen beide spelers elkaars stuk aanvielen, verzuimde Paul op met zijn stuk een paard te slaan. Dan zou hij twee stukken tegen een toren overhouden. Paul vond dat echter niet duidelijk en ging dus op de afruil in. In het daaropvolgende toren en paardeindspel wist Paul zijn stukken veel actiever te plaatsen en zijn tegenstander in een - naderende - zetdwang met stukverlies tot onvermijdelijk gevolg te brengen. Zwart gaf het stuk meteen in ruil voor aanval op pionnen, maar dat hielp niet. 3 - 0 dus.
Jerzy had dit keer een wat ondankbare taak om op bord 1 met zwart te moeten spelen (en waarschijnlijk te moeten keepen). Gelukkig hoefde ik me achteraf niet schuldig te voelen, want hij hield redelijk makkelijk tegen het Engels remise.
Maarten kreeg een wat slappe opzet tegenover zich - met Lf4, e3, dat werk - en hij kreeg een gelijke stelling. Er was echter ook weer geen reden (qua stelling, maar natuurlijk ook qua wedstrijdstand) om een remiseaanbod van zijn tegenstander te weigeren.
Ik wist een aanval tegen de zwarte koning op te bouwen en die ging - ondanks de ruil van mijn witte aanvalsloper - gewoon door. Zwart ging definitief de fout in na het met de dame slaan van een onbelangrijke pion op a2. Nadat zijn paard naar d5 was verjaagd, was zijn dame van het strijdtoneel afgesloten. Ik won eerst een kwaliteit en er zou snel daarna opnieuw hout worden gewonnen. Dat was het sein voor de capitulatie door zwart.
Bart kwam met een klein voordeeltje uit de opening. Na opgebouwd tijdsvoordeel ging Bart met h7-h5 op de koningsvleugel verder, wat er dreigend uitzag mag objectief wellicht meeviel. Wit kwam er echter niet uit en ging in de fout, waarna Barts dame op de koffie mocht komen. Dat bracht de beslissing.
Pim scoort de laatste tijd niet zo heel lekker in de diverse competities en kreeg in deze partij (net als in zijn vorige externe witpartij) geen poot aan de grond. Zijn tegenstander stond steeds wat beter. Het resulterende dame tegen toreneindspel leek heel oppervlakkig nog wel remise, maar de zwarte koning stond veel veiliger dan zijn witte collega. Zwart had dan ook teveel dreigingen en Pim moest dus als enige deze middag opgeven.
Al met al een comfortabele overwinning en de huidige stand ziet er netjes uit: we staan tweede en tegen de beide laatsten (!) in de poule is met 6 - 2 gewonnen.

 

HSC 1 (2040) De Pion 2 (1935) 6 - 2
Jerzy Cebula (1959) Koen Riemens (1822) ½ - ½
Ruben Venis (2226) Benny Onrust (2022) 1 - 0
Bart Dekker (2173) Carlo Rens (1884) 1 - 0
Pim Blijlevens (2012) Ivo Kok (2085) 0 - 1
Johan Wuijts (2012) Eric van Loon (1887) 1 - 0
Hugo Faber (1964) Ngo Hin Cheng (1965) 1 - 0
Maarten Smit (1993) René van den Broek (1951) ½ - ½
Paul van Asseldonk (1981) Frank Lambregts (1867) 1 - 0

 

3 februari 2018: Blerick - HSC 1 (door Hugo Faber)
We begonnen aanvankelijk met zes spelers tegen het dit keer geheel uit Buitenlanders bestaande team van Blerick (zeven Duitsers en één Australiër). Later arriveerden Ruben (file) en ik (naar een ander, gelijknamig adres OOK in de gemeente Venlo gereden).
Johan mocht vandaag weer eens als witspeler aan de slag (al is hij zoals hij zelf zegt een typische zwartspeler. Natuurlijk zijn er ook weer teamleden die dat betwisten) en haalde een op papier verdienstelijke remise.
Maarten had de ondankbare taak om het tegen de sterkste tegenstander op te moeten nemen. Nu had hij wel wit maar het voordeel van de eerste zet hielp hem niet veel. In een niets ontziende aanval werd hij onder de voet gelopen.
Gerard had de een na sterkste tegenstander, maar had zijn ontwikkeling (weer eens) verwaarloosd. Overigens had Gerard wel gerokeerd! Wit had daarentegen alles klaar staan voor de aanval. Daarbij werd Gerards dame alle kanten van het bord op gejaagd en hij moest opletten dat hij geen materiaal verloor. Wit kon ongestraft een paard op d6 planten, waarmee de hele zwarte stelling werd lamgelegd. Als je dan met een zet als Ph8 moet verdedigen... Dat liep dus niet goed af.
Bart moest tegen de tactisch opgestelde Australiër. Die dacht na de opening positioneel voordeel te kunnen halen. Dat faalde echter tactisch en leidde tot verlies van een paard. De tegenstander probeerde nog wel wat met een vrijpion te doen, maar na enkele nauwkeurige zetten van Bart vond hij het wel genoeg.
Ruben had aanvankelijk een flinke ontwikkelingsachterstand en moest even werken om dat weer gelijk te trekken. Er kwam een remisestelling op het bord. Zijn tegenstander was ongetwijfeld teleurgesteld in het verloop van de partij, want hij wilde geen remise. Dat werd bestraft door een onverwacht offer van Ruben. Hij offerde zijn loper voor de achtergebleven g-pion van wit. Daarmee verschafte hij vrij baan voor zijn h-pion. Het promoveren van die pion kon niet meer worden belet en zo was dit toch nog een onverwachte overwinning.
Eens was bord 8 het geliefde domein van Paul temeer omdat op dit bord de punten bij hem binnenstroomden. Zijn laatste op dit bord gespeelde partijen verlopen wat stroever. Hij won een pion voor zover ik gezien heb, maar liet zich later een kwaliteit afnemen en daar zag hij weinig meer van terug.
Pim kwam niet goed uit de opening en bleef een beetje achter de feiten aanlopen. Zijn tegenstander won een pion en wikkelde af naar een lopereindspel. Zwart hield een h-pion over en de loper van de verkeerde kleur over. Hij kon echter de koning van Pim afhouden, zodat de h-pion toch de overkant bereikte.
Als laatste speelde ik een toreneindspel door. Eerder in de partij had ik een pion gewonnen, maar na een opkomende aanval van wit had ik mijn voordeel weer een beetje verbrast. Na over en weer pionnen slaan, hield ik twee losse pluspionnen over. Die leken allebei verloren te gaan. Met een trucje / toevalligheidje wist ik er één (de e-pion) te behouden. Daarmee behaalde ik tenslotte - na het bouwen van de bekende 'brug' - het volle punt.
Onze rol in 3H is ondanks de nederlaag nog zeker niet uitgespeeld. De achterstand op de koploper bedraagt slechts twee matchpunten!

 

Blerick (2175) HSC 1 (2051) 4½ - 3½
Gordon Fowler (2066) Bart Dekker (2173) 0 - 1
Eugen Heinert (2171) Ruben Venis (2226) 0 - 1
Marcel Harff (2376) Maarten Smit (1993) 1 - 0
Jürgen Kaufeld (2293) Gerard van de Kerkhof (2045) 1 - 0
Thomas Krause (2147) Pim Blijlevens (2012) 1 - 0
Wilfried Harff (2148) Hugo Faber (1964) 0 - 1
Patrick Terhuven (2132) Johan Wuijts (2012) ½ - ½
Heiko Kesseler (2065) Paul van Asseldonk (1981) 1 - 0

 

16 december 2017: HSC 1 - De Stukkenjagers 3 (door Hugo Faber)
Op zaterdag 16 december zijn we - vooral door mijn toedoen - tegen een teleurstellende 4 - 4 aangelopen tegen De Stukkenjagers 3.
We begonnen deze wedstrijd kalm met twee remises. Die kwamen dusdanig snel tot stand, dat ik niet in de gaten heb gehad wat er op die borden gebeurde. Johan gaf met wit wel erg snel remise, terwijl bij Pim dat juist voor tegenstander César Becx gold. Deze had lang nagedacht over allerlei zijvarianten, waar Pim naar alle waarschijnlijkheid niet op zou zijn ingegaan. César liep daardoor een forse tijdsachterstand op en besloot later maar remise aan te bieden. Pim was daar vanzelfsprekend content mee, aangezien César toch een van de - in elk geval op papier - sterkere spelers is van dit team.
Paul kwam ook niet verder dan remise en dat is best wel opvallend voor de Siciliaanse (Draak) varianten, die hij regelmatig tegen zich krijgt. Is de Siciliaan soms een remisemaker?
Het aanvalsplan van Jerzy op de koningsvleugel (waar wit gerokeerd had) zag er mooi uit: hij pende met zijn loper een paard op f3, had pionnen op g5 en h5 (witte pion op h4) en een paard op h7. Hij slaagde erin om de koningsvleugel te verzwakken, maar daarna moet zijn aanval gestokt zijn. Inmiddels had de monarch van Jerzy zijn positie op e8 nog niet verlaten en wit viel dan ook door het midden aan. De koning van Jerzy zat in de val en dat kostte hem even later de partij.
Maarten had het in het begin wat moeilijk na een aanval op zijn b7 pion, die hij tenauwernood met Dc8 kon dekken. Wit zette daarna wat (te) rustig voort en ik dacht dat Maarten er daarna beter uit was gekomen. Er kwam echter een toreneindspel op het bord, dat - ondanks twee pluspionnen - verloren was voor Maarten.
Uit eerdere opstellingen van De Stukkenjagers 3 was al op te maken, dat ze niet altijd hun sterkste spelers aan de topborden zetten. Ook nu was dat niet het geval. Dat opende perspectieven voor een maximale score aan de eerste twee borden. Deze stille verwachting werd waargemaakt. Bart en Ruben wisten beiden te winnen en daarmee werd ik na een gelijke tussenstand opgezadeld met de verantwoordelijkheid om de wedstrijd naar me toe te trekken.
Het winnen van mijn partij zou - na pionwinst - op zich niet zo'n probleem moeten zijn. Ik zette in die fase waarschijnlijk niet goed door en koos voor een plan waarin ik een vrije e-pion had. Zwart had echter nog wel een loper voor de controle op het promotieveld e8 tot zijn beschikking. Op het moment van remiseaanbod van mijn tegenstander had ik nog een trucje. Na een kwaliteitsoffer wist ik een dame tegen toren eindspel te bereiken. Ik vond niet het goede plan (probeerde met mijn koning en dame zo dicht mogelijk tegen koning te gaan staan) en had voor elke zet steeds maar tot iets meer dan één minuut bedenktijd, Uiteindelijk bood ik remise aan.
Dit is heel jammer: met een overwinning zouden we de koppositie hebben gepakt!

 

HSC 1 (2036) De Stukkenjagers 3 (2017) 4 - 4
Bart Dekker (2174) Luuk Baselmans (1999) 1 - 0
Ruben Venis (2231) Erik Dignum (1969) 1 - 0
Pim Blijlevens (2015) César Becx (2118) ½ - ½
Hugo Faber (1904) Erik Nicolai (2124) ½ - ½
Maarten Smit (2015) Fré Hoogendoorn (2006) 0 - 1
Paul van Asseldonk (1978) John Greunsven (1996) ½ - ½
Jerzy Cebula (1980) Karel Storm (1957) 0 - 1
Johan Wuijts (1994) Ruud Feelders (1970) ½ - ½

 

25 november 2017: D4 - HSC 1 (door Hugo Faber)
In de wedstrijd tegen middenmoter D4 hebben we niet meer dan een gelijkspel weten te behalen en dat is best wel wat teleurstellend.
In een wat krap zaaltje, waarin net vier teams konden zitten, begonnen we onze wedstrijd. Ruben was het eerste klaar. Hij arriveerde later en ging ook weer snel weg, dit in verband met sportwedstrijden van zijn dochters. Tegen 1.d4 Pf6 2.e3 g6 3.h4?! kwam hij niet tot geweldig spel. Twee keer werd een remiseaanbod afgeslagen, maar er zat toch te weinig in.
Maarten kreeg in een Engelse opening al snel de overhand en de laatste keer, dat ik keek, was zwarts toren op h8 ingesloten met de koning op g8. Niet snel daarna dus het volle punt voor Maarten.
Daarna was het mijn beurt. Ik won al snel een pion, maar speelde daarna wat krampachtig. Een wat vage zet van mij werd door wit direct incorrect beantwoord, wat me een kwaliteit opleverde. Die gaf ik twee zetten later weer - onbedoeld - weg, maar dat leverde me wel twee extra pionnen op naast de pluspion die ik al had. Nadat wit zijn kwaliteit had teruggenomen met een paard, kon ik me de luxe veroorloven om het paard niet terug te nemen, maar direct op damewinst te spelen. Dat leidde tot een snelle capitulatie. Gelukkig maar, want Pim maakte me erop attent, dat hij mijn telefoon enkele keren had horen zoemen! Oeps!
De tussenstand was dus prettig en Johan zette met een nuttige remise een stapje naar de mogelijke matchwinst. Hij mocht zijn geliefde opening op het bord brengen. Ik dacht daarbij dat wit wat meer op de koningsvleugel had dan Johan op de damevleugel, maar dat bleek mee te vallen.
Paul stelde wat teleur met een nederlaag op een door hem geliefd bord. Hij bouwde een ontwikkelingsvoorsprong op en ik voorzag dan ook winst voor hem. Paul bleef echter zoeken naar combinaties en trucjes, die er wellicht (net) niet in zaten, in plaats van te spelen op stellingsvoordeel. Daar moet iets mis zijn gegaan en dat kostte hem de partij.
Inmiddels verging het ook Jerzy slecht. Hij speelde weer eens een Enge Variant (dat zijn varianten, waarvan ik denk: 1) kan dit wel? 2) wie staat er nu eigenlijk beter?). Hij moet ergens een fout hebben gemaakt, want hij pakte - waarschijnlijk met reden - een stuk niet terug en bleef daardoor een stuk achter staan. Dat stuk won hij uiteindelijk wel weer terug, maar zijn stelling was inmiddels wel verloren.
Pim had lang gerokeerd en speelde met h4 en g4 op de aanval. Zijn tegenstander zette logischerwijs de aanval op de damevleugel in. Pim was in zijn aanval toch succesrijker en won materiaal - een dame voor twee stukken. Hij moest wat (mat)dreigingen tegen zijn koning verhinderen en nam daarbij met zijn dame een pion op h7. Dat leek riskant, maar zwart kon er niet van profiteren. Nadat de dame weer terug op haar plek - g7 - was, was de weg vrij voor de witte pion op h6. Daarmee was de partij beslist.
Bart zou de verlossende remise voor de matchwinst moeten maken, maar dat lukte hem helaas niet. Eerder in de partij had hij rustig op voordeel kunnen blijven spelen als hij e4-e5 had gespeeld. Hij liet echter d5xe4 toe en daarmee kreeg zijn tegenstander meer mogelijkheden. In een ingewikkelde fase die volgde, raakte Bart een pion kwijt. Dat resulteerde tenslotte in een toren en pion tegen toren en twee pionneneindspel dat tot een toren tegen toren plus g-pion leidde. Jammer genoeg bleek dat niet meer te houden en liep Bart tegen zijn tweede nederlaag van het seizoen op.
Met dit resultaat zijn we voorlopig nog wel subtopper.

 

D4 (1940) HSC 1 (2036) 4 - 4
Pierre Jaspers (1912) Bart Dekker (2174) 1 - 0
Joost Sips (1930) Ruben Venis (2231) ½ - ½
Erik Boom (1733) Maarten Smit (2015) 0 - 1
Maykel Smits (2067) Johan Wuijts (1994) ½ - ½
Carlo Bloem (2099) Jerzy Cebula (1980) 1 - 0
Frans van Gils (1781) Hugo Faber (1904) 0 - 1
Robbert van Vossen (2057) Pim Blijlevens (2015) 0 - 1
Lucas den Boer (-) Paul van Asseldonk (1978) 1 - 0

 

4 november 2017: HSC 1 - De Giessen en Linge (door Hugo Faber)
Zaterdag 4 november speelden voor het eerst alle teams thuis. De 48 man pasten redelijk in de zaal. Zelf zat ik bij een muur ingebouwd door teamleden Pim, Maarten en Paul. Om een blik op de andere partijen te kunnen werpen, moest ik mijn momenten kiezen. Dat betekent wel, dat ik er niet echt veel van heb mee gekregen. Een tweede primeur was trouwens, dat we voor eerst allemaal - KNSB en NBSB - hetzelfde speeltempo hanteerden. Wel zo overzichtelijk.
Johan was het eerst klaar. Net toen ik dacht, dat hij een aardige stelling had, bleek hij al remise te hebben gegeven. En dat zonder zijn teamleider daarvan op de hoogte te brengen. Foei!
De partij van Jerzy heb ik niet zo gevolgd, ook al omdat hij aan de overkant van de zaal tegen de muur zat en ook min of meer ingegraven. Hij won weer en daarmee maakte hij zijn lelijke uitglijder van de vorige wedstrijd weer helemaal goed.
Pim moest een dreigende zwakte op e6 oplossen en daarna had zijn tegenstander geen interesse meer in dat veld en schoof zijn e-pion door naar e5. Vervolgens begon wit een aanval op de koningsvleugel van Pim. Die kwam meer en meer in de problemen en nadat wit twee torens op de h-lijn had gekregen, was het gedaan.
Zelf kreeg ik een oerklassieke variant tegen met geïsoleerde d-pion. Mijn tegenstander speelde het wat rustigere Pbd7 in plaats van Pc6 en dat bood mij mogelijkheden, dacht ik. Na een niet zo nuttige zet, counterde zwart goed. Ik ruilde stukken en ook mijn d-pion in de hoop een iets beter eindspel te krijgen. Dat kwam er niet van. Na herhaling van zetten werd tot remise besloten.
In de partij van Ruben hadden beide spelers voldoende controle over hun eigen konings- en damevleugel en mijn verwachting, dat het wel remise zou worden kwam dan ook uit.
Bart kwam uit de opening met een pion meer en een loperpaar. Zijn pionnenstructuur was niet helemaal optimaal, maar hij heeft zijn partij toch naar winst weten te voeren.
Paul kon c4 spelen in het Siciliaans (Maroczy) en dat is altijd goed. Ik had de indruk, dat zijn tegenstandster even geen raad wist met wat verder te doen. Naar mijn mening had Paul ruimte moeten pakken via een aanval door het midden. Hij deed het nu wel erg rustig, met a4, a5, Pc2 en dat gaf zijn tegenstandster alle gelegenheid om haar stukken te hergroeperen. Paul wist verder niet te profiteren en zo eindigde deze partij in remise.
In de partij van Maarten vreesde ik enige tijd voor zijn stelling. Gevaarlijk uitziende aanval op zijn koningsvleugel, ongedekte toren op e8 en de andere toren en loper op c8 nog niet ontwikkeld... Maar, misschien viel het allemaal wel mee. Maarten wist zich bevrijden en scoorde de beslissende remise.
Al met al toch weer een nuttige overwinning!

 

HSC 1 (2036) De Giessen en Linge (2000) 4½ - 3½
Ruben Venis (2231) Jaco Vonk (2158) ½ - ½
Bart Dekker (2174) Jesper Nederlof (2163) 1 - 0
Pim Blijlevens (2015) Andries Dekker (2103) 0 - 1
Hugo Faber (1904) Tim Schakel (2031) ½ - ½
Jerzy Cebula (1980) Eddy Korevaar (1894) 1 - 0
Johan Wuijts (1994) Hemmo Mulder (2028) ½ - ½
Maarten Smit (2015) Hans Karelse (1824) ½ - ½
Paul van Asseldonk (1978) Lemmy Schakel (1801) ½ - ½

 

7 oktober 2017: WLC - HSC 1 (door Hugo Faber)
We konden in deze ronde gelukkig weer in de sterkste opstelling aantreden tegen WLC. Dat was wel nodig ook, want eerdere ontmoetingen kenden een slechte afloop voor ons.
Pim opende de score met een remise. Hij probeerde het uiteraard wel op de koningsvleugel. Volgens mij is het evenwicht echter nergens verbroken geweest.
Paul mocht weer eens tegen ex-HSC'er Rudy Simons. Beiden zijn fanatieke fans van het Siciliaans, dus komt er in hun duels uitsluitend dat op het bord. Dit keer bekwam het Paul slecht. Wit kwam met een paard op d5 en zijn f-pion rukte op naar f5.Om f6 tegen te houden, moest Paul zelf f6 doen, maar na Pf4 ontstond er een niet te dichten gat op e6. Even later was het dan ook over voor hem.
Ik had hoop op een goed resultaat van Jerzy. Hij speelde snel en dat is vaak een goed teken. Het leek erop of hij zijn tegenstander aan het terugdringen was, maar opeens zag ik hem een belangrijke pion op e5 verliezen. Zonder compensatie en er kon later dan ook een nul worden genoteerd.
Bart moest dit keer een zeldzame nederlaag met wit slikken. Zwart had snel gelijkspel en naar mijn mening toch het betere van het spel. Bart had een zijns inziens correct kwaliteitsoffer op het oog, maar toen hij aarzelde, was het te laat. Hij kon niet voorkomen, dat hij door zwart op zowel de dame- als koningsvleugel werd omsingeld.
Johan speelde tegen oude rot Nol Swinkels en die beging een fout door zijn paard op b5 na a6 niet terug te trekken, maar zelf een paard aan te vallen. Johan trok dat paard terug, waarna een wit paard plus een pion waren aangevallen. Na een ruil werd dat paard plus toren en aangezien je met wit maar één zet tegelijk mag doen, won Johan dus een kwaliteit. Wit probeerde toen maar een mataanval, maar dit werd door Johan gedecideerd weerlegd.
Zelf kwam ik heel behoorlijk uit de opening, maar meende op een gegeven moment een stuk voor twee pionnen te kunnen offeren met verdere compensatie. Mijn tegenstander offerde daarna een kwaliteit om een gevaarlijke loper op f5 uit te schakelen. Toen ik met de g-pion op f5 terugsloeg, werd dit een aanvalsobject voor wit en ging het snel bergafwaarts. Thuis nog gekeken wat Fritz er van vond. 'Hij' overwoog het offer niet eens! Na mijn nederlaag had WLC de verlossende 4½ punten.
Ik dacht dat Ruben wel remise zou spelen, maar nee, hij wist een kwaliteit te winnen. De aanval op zijn koningsvleugel oogde wat dreigend, maar Ruben had goed gezien, dat hij daar uiteindelijk niets te vrezen had. Nadat de dames waren geruild, moest het eindspel naar winst worden geschoven en dat was Ruben wel toevertrouwd.
Maarten was het langst bezig. Gelukkig had hij zijn slechte vorm dit keer huis gelaten. Hij zette zijn stukken op gezonde centrale velden neer en dat leverde hem tenslotte een kwaliteit op. Daarna maakte hij het zich wel moeilijk en het kwam tot een eindspel van toren tegen paard met twee damevleugelpionnen tegen drie koningsvleugelpionnen. Toen Maarten voldoende controle had op de koningsvleugel en links nog een vrijpion over had, capituleerde zijn tegenstandster.
Jammer dus, deze krappe nederlaag, maar eens zullen we van ze winnen!

 

WLC (2054) HSC 1 (2038) 4½ - 3½
Jeroen Medema (2159) Bart Dekker (2177) 1 - 0
Guus Bollen (2242) Ruben Venis (2216) 0 - 1
Charlie Tang (2097) Jerzy Cebula (1999) 1 - 0
Robert Klomp (2062) Hugo Faber (1938) 1 - 0
Peter Koymans (1980) Pim Blijlevens (1982) ½ - ½
Rudy Simons (1959) Paul van Asseldonk (2008) 1 - 0
Ingeborg Jansen (1962) Maarten Smit (2031) 0 - 1
Nol Swinkels (1972) Johan Wuijts (1950) 0 - 1

 

16 september 2017: HSC 1 - De Drie Torens (door Hugo Faber)
Zaterdag 16 september kregen we in de eerste wedstrijd van het seizoen het altijd lastige De Drie Torens te bestrijden. Ze konden echter niet hun sterkste team opstellen en wij wel. Er was dus voldoende reden voor optimisme.
De eerste uren ging het echter best wel moeizaam. Iedereen scharrelde een beetje op de eigen 'helft' en in de partij van Bart werd er na 25 zetten iets (stuk of pion) geslagen. Alleen Jerzy en ik stonden veelbelovend. Wij waren dan ook inderdaad als eerste klaar.
Jerzy had met zwart een droomstelling weten te bereiken: alles ontwikkeld en gerokeerd tegenover wit, die nog niet gerokeerd had. Uiteraard werd de witte rokade verhinderd. Snel was duidelijk, dat wit dit niet meer zou bolwerken. Punt voor Jerzy dus.
Ik speelde tegen een invaller van '1600' (werd me gezegd) en moest psychisch dan ook even omschakelen. In plaats van voorzichtig proberen te spelen en niet te veel te willen (wat ik me had voorgenomen), 'moest' ik nu eigenlijk wel winnen. Na de opening won ik snel een kwaliteit. Daarna kwamen eerst mijn dame, vervolgens mijn loper binnen en toen er ook nog een toren bij werd gehaald gaf mijn tegenstander op.
Johan en Maarten verloren deze middag. Johan had het de hele tijd wel lastig in zijn lievelingsopening, maar de nederlaag van Maarten was niet nodig geweest. Een trucje zou hem pionwinst opleveren. Na een schaakje zette hij echter snel zijn koning naar een verkeerd veld, zo bleek. Wit had normaliter zijn aangevallen dame weg moeten spelen, maar met slaan van een toren dreigde opeens een familieschaak. Na afwikkeling bleek er een paard van Maarten niet meer weg te kunnen komen.
Ik heb weinig van de partij van Paul begrepen / gevolgd. Ook na het naspelen door Paul begreep ik er nog niet veel van. Als ik zeg dat Paul won, dan is dat in elk geval correct samengevat.
Ruben won een leuke partij met zwart. Wit kreeg wat problemen met de ontwikkeling en vocht zich daar nog wel uit, maar het eindigde tenslotte met een afwikkeling naar een paard en loper tegen toren eindspel, waarbij Ruben naast de toren over twee vrijpionnen beschikte. Gewonnen dus voor Ruben.
Pim verkreeg een eindspel met een dubbelpion meer. Na nog een pion te hebben gewonnen werd het dus anderhalve pion meer en dat eindspel werd niet meer uit handen gegeven. Daarmee was de 5 - 2 bereikt.
Bart begon in een gesloten stelling systematisch de damevleugel, te weten de pionnen op b6 en c5, van zwart aan te vallen met alle zware stukken op de b-lijn en de loper op f2. Zwart had waarschijnlijk met a6-a5 een gat op b5 toe moeten laten. Hij liet Barts a4-a5 toe en toen was er geen houden meer aan.
Gelukkig, de eerste twee punten zijn weer binnen!

 

HSC 1 (2038) De Drie Torens (1879) 6 - 2
Ruben Venis (2216) Huub Leemans (2012) 1 - 0
Bart Dekker (2177) Wilbert Kocken (2103) 1 - 0
Jerzy Cebula (1999) Bert-Jan Panjoel (1970) 1 - 0
Pim Blijlevens (1982) Ad Feelders (2008) 1 - 0
Johan Wuijts (1950) Arnoud Jansen (1957) 0 - 1
Hugo Faber (1938) Tommie van Moorsel (1650) 1 - 0
Maarten Smit (2031) Rowan Nap (1922) 0 - 1
Paul van Asseldonk (2008) Wim van der Velden (1406) 1 - 0

Ons clublokaal